Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Zain.] Zij zullen [9]de gedachtenis der grootheid Uwer goedheid [10]overvloediglijk uitstorten, en zij zullen Uw gerechtigheid met gejuich verkondigen. 9. Dat is, de grote weldaden, die Gij ons gedaan en bewezen hebt. 10. Hebr. als een springader voortbrengen, of uitgieten, uitbobbelen; dat is, met vollen mond en keel prijzen en roemen. Zie hfdst.19 vs.3, en hfdst.45 vs.2.